
08 okt Zijn we lekker bezig?
Pas geleden herlas ik een artikel van Lynn Berger, in De Correspondent (zie www.decorrespondent.nl) over de prestatiemaatschappij. Ik vind de stukken van Lynn heel inspirerend, ze gaan vaak over onderwerpen waar ik in mijn werk en in mijn leven (want zoveel maakt dat voor mij niet uit) ook mee bezig ben. Haar artikelen hebben titels als: “Vroeger had je hobbies. Nu moet je een obsessie hebben”, “Moet je altijd maar gelukkig willen zijn?”, of “Groot-Brittanie heeft een minister van Eenzaamheid. Wat zegt dat?”. Je kunt je voorstellen hoeveel overlap er is met de zorgen en klachten waarover mensen bij mij in de spreekkamer vertellen. Gelukkig helpt het enorm om bij die zorgen, waarvan de meesten denken dat ze de enigen zijn die ermee lopen te ploeteren, een achtergrond te zien. Het grotere verhaal, hoe we dingen doen in onze samenleving. Dan zie je al snel dat veel klachten niet met je eigen falen te maken hebben (omdat er bijvoorbeeld een steekje aan je los zit, of omdat je niet genoeg wilskracht op kan brengen), maar met de wereld die we met elkaar, om ons heen, creëren. Zoals bijvoorbeeld de prestatiemaatschappij.
Lynn schrijft (en vele auteurs met haar) dat je van leven in een prestatiemaatschappij chronisch ontevreden kan raken. Het behalen van een prestatie geeft een korte kick, maar daarna willen we altijd meer. Al is het maar omdat er altijd wel iemand is die dingen beter voor elkaar lijkt te hebben. Daarom is het onverstandig om ons geluk af te meten aan anderen, of aan wat we allemaal nog missen. Heb je namelijk dat gemis vervuld, dan mist er nog iets anders en daarna weer iets anders en zo gaat het maar door, terwijl jij je ondertussen “onvolledig” voelt, niet tevreden, niet happy met wat er is. Commerciële marketing speelt voortdurend op dit gevoel in. Als producenten je het gevoel kunnen geven dat je hun spullen/ervaringen/apps/belofte van schoonheid of een slank lijf etc. etc. nodig hebt om gelukkig te worden, zal je meer kopen. Zij blij, maar jij maar heel even. Hetzelfde gebeurt op veel werkplekken. Productie-targets halen is een doel op zich geworden en we zijn gevoelig voor de status die dat geeft. Alleen: heb je die ene net gehaald, dan doemt de target van volgende maand alweer op. Wat gebeurt er met ons in de tussentijd?
Toegegeven, een target halen kan prima zijn. Succes, een betere baan, een verre vakantie – allemaal ook fijne dingen. Maar je staat sterker en zult minder moeite hebben met teleurstellingen als je voldoening zoekt in het proces naar die dingen toe. Wil je een roman schrijven? Denk dan niet aan de bestsellerlijsten, maar aan hoe het gaat zijn als je bezig bent met het schrijfproces. Denk je dat het een interessante klus voor je kan zijn? Kun je je voorstellen dat je er ‘s ochtends graag je bed voor uitkomt?
Met andere woorden: wat gaat het voor je betekenen als je ergens mee bezig bent, onderweg met je dagelijkse werk voor dat doel waar je nog (lang) niet bent? En misschien ook wel nooit aankomt, dat weet je maar nooit. Kan het goed zijn om inhet proces te zitten (i.p.v. bij de eindstreep)? De Amerikaanse psychologe Carol Dweck verzon een woord voor de innerlijke houding waarmee je onderweg bent, namelijk: mindset. Je aannames over hoe en met welk doel je bezig bent. Zij onderzocht decennialang (vooral bij schoolkinderen) wat de invloed is van ideeën die mensen hebben over hun eigen intelligentie. Zij kwam erachter dat als je gelooft dat je beter of slimmer kunt worden door oefening, je leerproces leuker en effectiever is dan als je denkt dat je ergens talent voor moet hebben en er alleen maar uitkomt wat er al inzit.
De Zweedse psycholoog K. Anders Ericsson, die in dezelfde periode onderzoek deed naar het functioneren van professionele sporters en musici, zegt hetzelfde: goede prestaties ontstaan niet door te focussen op het einddoel maar door te focussen op de oefeningen tijdens het proces. Volgens hem is de effectiefste leermethode het visualiseren van de eerstvolgende stap die gezet moet worden en die vervolgens bedachtzaam uit te proberen en te oefenen. Op een gegeven moment bedenken we dan zelfs stappen die niemand anders nog bedacht heeft en bereiken we in ons werk een eigen aanpak en een steeds beter niveau, zegt hij. Dit geldt ook voor het werken aan persoonlijke verandering: zonder te focussen en je best te doen op de tussenstappen onderweg (en je eigen weg te vinden hierin), ga je de sprong naar je doel nooit maken. Het gaat er om dat we meer plezier beleven en het leven waardevoller zullen vinden als we goed bezig zijn in het moment en beter begrijpen hoe we ons kunnen blijven ontwikkelen. Als we voldoening kunnen halen uit het proces, raakt onze prestatiedrang steeds meer op de achtergrond. En krijgen we – dat is de mooie grap – juist goede dingen voor elkaar.